Regie: Todd Phillips
Vóór alles: verwacht geen superheldenfilm vol special effects, maar een ijzersterk psychologisch drama.
Iedereen weet denk ik wel wat de overeenkomsten zijn tussen de meeste seriemoordenaars: jeugdtrauma, afwezige of slecht functionerende ouders, eenzaam, geen aansluiting vinden, geen empathie ontwikkeld. Leuk, die data zwart-op-wit, maar het is echt andere koek om er getuige van te zijn.
Arthur Fleck is ruimschoots volwassen en woont nog bij zijn moeder, die hij verzorgt. Er is geen vader in beeld en hij heeft geen vrienden. In de buitenwereld is hij een outsider looking in die probeert normaal gedrag na te bootsen, maar het lukt aldoor nèt niet. Als iemand een beetje aardig voor hem is vergroot hij dat uit, waardoor de onvermijdelijke afwijzing keihard binnenkomt. Het lukt hem niet om baantjes te houden (hij probeert aan de bak te komen als comedian, oh ironie) en hij is onhandig als hij probeert voor zichzelf op te komen. Hij fantaseert over bevestiging en waardering, maar in het echte leven wordt hij voortdurend bevestigd in zijn fouten en dus zijn mislukt-zijn. Ook lijdt hij aan dwangmatig schateren als hem of iemand anders onrecht wordt aangedaan – iemand zien schaterlachen was nooit eerder zó schrijnend. Hij krijgt psychische hulp via de gemeente, maar die hulp is duidelijk niet toereikend. Als hij, na weer eens in elkaar geslagen te zijn op straat, van een collega een pistool in zijn handen gedrukt krijgt zegt hij nog: ‘I’m not supposed to have a gun…’ maar de collega wuift het weg. Kort daarna is het beetje hulp dat hij krijgt wegbezuinigd, inclusief zijn medicijnen waardoor hij geen enkel vangnet meer heeft. Na lang keihard zijn best doen en alles verloren te hebben geeft Arthur zijn pogingen om het goed te doen op. Het is in alle opzichten een train wreck waiting to happen – je kunt je zó voorstellen hoe al die tegenslag en afwijzing zich ophoopt tot het simpelweg niet meer gaat. Op het moment dat hij echt de grens overgaat krijgt hij eindelijk de aandacht en bevestiging waar hij zo wanhopig naar verlangt, wordt tegen wil en dank boegbeeld van een beweging en begint The Joker zich stap voor stap te ontwikkelen. Wat Batman en The Joker linkt, en hoe The Joker aan zijn naam komt wordt overigens overtuigend verklaard in de film.
Ik was echt diep onder de indruk van deze zeldzaam serieuze film van Todd Phillips (Road Trip, Starsky & Hutch, The Hangover). Hij is prachtig gemaakt, met veel rust, stiltes en prachtige closeups waardoor de spanning langzaam maar overduidelijk opbouwt. De overgangen tussen realiteit en Arthurs fantasie zijn bijna onzichtbaar, zodat je helemaal meegezogen wordt in zijn wereld. Sommige scènes zijn echt kunstwerkjes op zich, zoals de scène waarin Arthur, nadat hij iets ergs gedaan heeft, probeert tot rust te komen door in een vervuild en verlaten wc-huisje tai chi-oefeningen te doen.
De cast is fenomenaal, en dan met name Frances Conroy als Arthurs moeder Penny (die er breekbaar uitziet maar behoorlijk gestoord en manipulatief is) en Robert de Niro als de talkshowhost die wordt verafgood door Penny en Arthur. Het casten van die laatste is om meer dan één reden bijzonder, want wie heeft bij Joker geen associaties met Taxi Driver (1976) waarin De Niro de hoofdrol speelde? Eerder was Leonardo di Caprio in beeld voor de rol van The Joker, en Jared Leto zou contractueel gezien The Joker spelen na Suicide Squad (hij was not amused toen hij niet benaderd werd), maar juist de verweerde kop, het litteken op zijn lip en het weergaloze acteerwerk van Joaquin Phoenix (die 23 kilo afviel voor Joker) geeft de rol veel meer diepte en overtuigt volkomen als misfit.
Normaalgesproken heb ik het niet zo op Films Met Een Boodschap, maar in dit geval kan die wat mij betreft niet duidelijk genoeg zijn: dit type crimineel is een gevolg van ernstig maatschappelijk falen. Zoals Joker in een talkshow – die hem beroemd zal maken – zelf zegt: “What do you get when you cross a mentally ill loner with a society that abandons him and treats him like trash?”
In de Verenigde Staten zorgde de film voor ophef doordat ze een spiegel voorgehouden werd temidden van de hoos aan schietpartijen. Het is makkelijker om zonder empathie naar daders te kijken. Zoals Joaquin Phoenix zei in een interview met Vanity Fair: “Why would we make something where you sympathize or empathize with this villain? Because that’s what we have to do. It’s so easy for us, we want the simple answers, we want to vilify people. It allows us to feel good if we can identify that as evil.”
Het enige dat fictie is aan deze film is de naam van de stad. De rest is – helaas – hardrealisme. Deze film zien is niet alleen een noodzaak omdat het een goeie film is (of zelfs een meesterwerk volgens Michael Moore) maar ook om (meer) inzicht te krijgen in wat we als samenleving kunnen doen om dit soort excessen te voorkomen.
Deze film op IMDb
Klik hier om te zien waar deze film te zien is