Regie: Tobias Lindholm
Claus Pedersen (Pilou Asbæk, Kaspar Juul in Borgen) is commandant in Afghanistan. Hij is betrokken, bedachtzaam en rechtvaardig en zijn mannen dragen hem op handen. Wanneer hij onder extreme druk een rigoureuze beslissing neemt heeft dat ingrijpende consequenties.
Het Deense Krigen is geen doorsnee oorlogsfilm, maar schetst een realistisch beeld: je voelt de verzengende hitte en de beklemmende weidsheid van het desolate land en je maakt van dichtbij mee hoe het zou zijn om daar te moeten patrouilleren: voortdurend op je hoede, alles kan alles of niets zijn. Ik vind de Scandinavische films en series van de laatste tijd prettig door de afwezigheid van dik aangezette muziek en opgelegd sentiment, dingen waar we inmiddels zo aan gewend zijn door de overvloed aan Amerikaanse producties. Ik voorvoelde dat er een landmijn af zou gaan, maar schrok me toch te pletter toen dat gebeurde doordat ik zo werd mee genomen in de gespannen behoedzame bewegingen van de militairen. Wanneer Pedersen en zijn mannen een hartverscheurende vondst doen is het ook de stilte die het nóg indringender maakt.
Ook de weergave van de militairen is eerlijker: in plaats van de standaard stoere, zichzelf overschreeuwende macho’s zie je mannen die worstelen met de vreemde combinatie van verveling en doodsangst, of hoe de moeilijke beslissing om een gezin weg te sturen uit de veilige beschutting van het legerkamp iedereen raakt. Hoe het elke dag op patrouille gaan zijn tol eist, of wat de impact is van een dode. Hoe ze elkaar met weinig woorden troosten. Wanneer ze een lid van de Taliban van hun motor schieten en ze in lachen uitbarsten terwijl ze om hem heen staan is schuurt het. Wat de film nog bijzonderder en geloofwaardiger maakt, is dat de meeste militairen in de film échte militairen zijn die hebben gediend in Kosovo, Irak en Afghanistan.
Eenmaal terug in Denemarken volgt een rechtszaak in de militaire rechtbank.
Voordat een aanval op een doel mag worden uitgevoerd moet er eerst vastgesteld worden dat het een legitiem doel is (PID, Positive Identification) en er geen burgers geraakt kunnen worden, en Pedersen wordt ervan beschuldigd zonder die vaststelling opdracht te hebben gegeven tot een aanval. Doordat de film je eerst meesleept in de oorlog in voel je hoe vreemd het moet zijn om weer terug te zijn in de bewoonde wereld en je acties te moeten verdedigen in een rechtbank vol papieren en nette pakken. Hoe breng je in die bewoonde wereld over onder welke omstandigheden je die beslissing hebt genomen? Beide standpunten in de rechtszaak zijn valide, waardoor je als kijker hetzelfde dilemma voelt: wat had jij gedaan onder die omstandigheden? Is Pedersen schuldig of onschuldig? Er is geen makkelijk antwoord.
De personages zijn nergens ééndimensionaal en hun beweegredenen zijn in alle gevallen te volgen en voor iedereen invoelbaar. Niet alleen Asbæk zet overtuigend de integere Pedersen neer, elke rol in de film is geweldig gecast en geacteerd. De kwetsbare Lasse met zijn grote zachte bruine ogen (Dulfi Al-Jabouri), Pedersens vrouw Maria (Tuva Novotny, ooit verkozen tot de mooiste vrouw van Zweden) en mijn favoriet, een van Pedersen’s mannen met de bijnaam Slager in een kleine, maar briljant geacteerde scene. De naam van de acteur is helaas nergens te vinden…
Krigen (A War) werd genomineerd voor de Oscar voor de beste buitenlandse film, en terecht: het is een dikke aanrader die lang blijft hangen.