Regie: Stanley Kubrick
Na een merkwaardig kennismakingsgesprek, waarin hem verteld wordt dat de vorige huisbewaarder eerst zijn vrouw en twee dochtertjes en daarna zichzelf van het leven beroofde, wordt de matig succesvolle schrijver en herstellend alcoholist Jack Torrance (Jack Nicholson) aangenomen als huisbewaarder van het Overlook Hotel. Het hotel ligt ver van de bewoonde wereld en is in de wintermaanden verlaten op wat personeel na, dus hij en zijn gezin zullen het rijk alleen hebben. Hij trekt er samen met zijn vrouw Wendy (Shelley Duvall) en zoontje Danny (Danny Lloyd) in, met het plan om lekker rustig te kunnen schrijven.
Danny beschikt over paranormale gaven (‘the shining’), waardoor hij dingen kan zien die in het verleden gebeurd zijn, en telepathisch kan communiceren met mensen die dezelfde gave in meerdere of mindere mate hebben zoals Dick Halloran (Scatman Crothers), de kok van het hotel. Al snel blijkt dat het hotel niet is wat het lijkt en er krachten aan het werk zijn die vooral invloed lijken te hebben op vader Jack. Ze drijven hem langzaam de waanzin in, waardoor hij een reëel gevaar voor zijn gezin begint te vormen.
Er is al heel erg veel over The Shining geschreven (de meeste informatie staat zelfs gewoon op wikipedia waar ik hieronder ook wat van heb overgenomen) maar deze iconische film mag eigenlijk op geen enkele filmsite ontbreken. Daarnaast zijn er natuurlijk steeds nieuwe generaties die de film kunnen ontdekken.

The Shining is gebaseerd op het gelijknamige boek van horrormeester Stephen King (een van Kings inspiratiebronnen was het boek The Haunting of Hill House uit 1959 van Shirley Jackson, waar in 2018 zo’n prachtige serie van werd gemaakt door Mike Flanagan). In 2013 schreef King het vervolg op The Shining: Doctor Sleep, dat in 2019 verfilmd werd, ook door Mike Flanagan.
De horror is vooral psychologisch, maar er zitten desalniettemin flink wat schrikmomenten in. Het is een trage, en daardoor hypnotiserende en angstaanjagende film in een schitterend hotel – het interieur van het Overlook Hotel is deels gebaseerd op dat van het Ahwahnee Hotel in Yosemite National Park – met adembenemende shots: het was de eerste keer dat Kubrick gebruik maakte van de steadicam (een speciale constructie waardoor een handcamera stabiel blijft tijdens beweging) die kort daarvoor was uitgevonden. Shelley Duvall is prima gecast als de onzekere Wendy, en Jack Nicholson is natuurlijk ongeëvenaard – The Shining is niets zonder zijn demonische grijns. De soundtrack met klassieke muziek van onder andere Bartok, Penderecki en Letti is de slagroom op de taart.
De film trok in eerste instantie niet voldoende bezoekers en werd de grond in geschreven door critici. Hij werd niet genomineerd voor de Oscars maar wel twee keer voor een Razzie: een voor Slechtste Regisseur en een voor Slechtste Actrice (Duvall). Dat is in de loop van de jaren gelukkig wel veranderd, en tot op de dag van vandaag heeft de film een enorme schare die hard fans die elk detail betekenis geven, zoals in deze longread-blog van Jonnys53 of deze grondige analyse van (de fouten in) het set design – shots van ramen, kamers en deuren die niet kloppen. Een van de meest besproken details is de oude foto van een 4th of July-feest uit 1921 waar Jack ook op staat, zelfs prominent op de voorgrond.* (latere edit: voor bijzonder nieuws over die iconische foto, scroll door tot helemaal onderaan dit artikel!)
Er is ook nog een hele subcultuur die verborgen boodschappen ziet in Kubricks films, en dan met name The Shining. Over die Shining-complottheoriedenkers is ook weer een film gemaakt, Room 237 (2012, Rodney Asher). It’s a gift that keeps on giving.
Het is algemeen bekend dat Stephen King de film afschuwelijk vond en zich bepaalde aanpassingen zelfs persoonlijk aantrok – niet gek als je bedenkt dat de rol van worstelende schrijver Jack erg dicht bij King zelf ligt: The Shining (1977) was pas zijn derde boek na jaren schrijven en pogingen om erkenning te krijgen (Carrie uit 1974 betekende zijn doorbraak, maar hij was al sinds 1972 bezig met de ontwikkeling van The Shining) en ook hij was in gevecht met verschillende verslavingen waaronder alcohol, waardoor hij zich vaak zorgen maakte over wat hij zijn gezin zou kunnen aandoen als hij onder invloed was. Het belangrijkste verschil, en voor King waarschijnlijk het grootste twistpunt, is dat Jack zich in het boek zich vlak voor het einde nog herpakt en zich opoffert voor zijn gezin – ik wil geen spoiler weggeven, maar in de film is dat niet het geval. King was ook niet te spreken over de manier waarop de personages waren aangepast voor de film. Hij vond vooral Wendy ‘zwak’ en constant bang voor haar man, waar ze in het boek krachtiger en actiever is. De Wendy uit het boek is ook blond en niet donker, King had liever Jessica Lange in de rol gezien. Zoals King zelf in een interview uit 2013 toelicht: “Wendy is one of the most misogynistic characters ever put on film. She’s basically just there to scream and be stupid. And that’s not the woman I wrote about.”
De opnames waren loodzwaar door Kubricks perfectionisme. Take na take, voortdurend tekstwijzigingen op de dag zelf – het was een uitdaging voor de cast en crew. Vooral Shelley Duvall was volledig uitgeput tijdens en na het filmen. Het verhaal gaat dat Kubrick Nicholson als gelijke behandelde, maar Duvall altijd afsnauwde en vernederde met als doel haar beste acteerprestaties als de – inderdaad – zwakke en angstige Wendy naar boven te halen. De trap-scene met Shelley Duvall en Jack Nicholson is legendarisch en zelfs opgenomen in het Guiness Book of Records: de scène met gesproken dialoog met de meeste takes ooit, maar liefst 127.
King maakte in 1997 samen met Mick Garris, die al eerder werk van King had geregisseerd, een driedelige mini-serie met Rebecca De Mornay, Steven Weber en Melvin Van Peebles (en een cameo voor King zelf als bandleider Gage Creed – herkent iemand die naam?**) die meer recht deed aan zijn boek, maar helaas matig ontvangen werd.
Ondanks Kings afkeuring is het een legendarische film geworden die je echt gezien moet hebben.
*) De foto kwam niet voor in Kings boek, dus die kan er niets over vertellen (en wil dat waarschijnlijk ook niet). Kubrick zei hier zelf over dat de foto betekende dat Jack altijd kon terugkeren als een reïncarnatie van een hotelgast uit het verleden.
**) Gage Creed is de naam van een personage uit Kings boek Pet Sematary (1983), dat in 1989 verfilmd werd en later nog eens in 2019.
Deze film op IMDb
Klik hier om te zien waar deze film te zien is (en wat er niet bij staat: hij is ook te huur op iTunes)
Scroll door tot na de video voor wat weetjes
Kubricks dochter Vivian, toen 17, wandelde rond op de set (als crewlid en als figurant tijdens art dept, uncredited) en kon dus vrijelijk opnames maken achter de schermen, zoals van Jack Nicholson die zich oplaadt voor een opname of zijn tanden poetst. Nicholson staat erom bekend altijd zijn tanden te poetsen voor een nieuwe opname, dus hij moet tijdens het werken met Stanley Kubrick duizenden keren zijn tanden gepoetst hebben. Je hoort Kubrick ook zeggen “Don’t sympathize with Shelley”, een opmerking die zijn eerder beschreven ‘beleid’ onderstreept. Het eindresultaat van Vivians opnamen heet Making The Shining en kun je hier zien.
Vaak wordt gedacht dat Kubricks The Shining is opgenomen in het Stanley Hotel, Estes Park, Colorado. Dat klopt niet. De enige link met het Stanley Hotel is dat King er verbleef in 1973 en het hotel hem inspireerde tot het schrijven van The Shining. De binnenopnamen vonden plaats in de Elstree Studios in het Engelse Hertfordshire, waarbij het interieur werd gebaseerd op dat van het Ahlahmee Hotel in Yosemite Park, Colorado. De buitenopnamen zijn van het Timberline Lodge, Mount Hood in Oregon, en het doolhof werd gebouwd op het buitenterrein van de MGM Borehamwood Studios in Hertfordshire. De driedelige miniserie van Stephen King en Mick Garris uit 1997 werd wél grotendeels opgenomen in het Stanley Hotel.
Voor de rol van Danny, het zoontje van Wendy en Jack, koos Kubrick niet voor een bekend kindsterretje maar stuurde casting agents naar Cincinatti, Chicago en Denver. De reden dat hij juist deze steden koos, was omdat hij wilde dat het jongetje een accent zou hebben dat zo’n beetje tussen dat van Jack Nicholson en dat van Shelley Duvall in klonk. Uiteindelijk werd Danny Lloyd gekozen uit 5.000 kinderen, omdat hij langere tijd gefocust kon blijven. Tijdens zijn eerste auditie bedacht Lloyd spontaan dat hij als Tony, zijn onzichtbare vriendje, tegen zijn vinger zou praten. Omdat het zijn eerste rol was, was Kubrick uitermate beschermend naar Lloyd. Kubrick hield Danny daarom ook voor dat het opnames waren voor een dramafilm in plaats van een horrorfilm, en als Wendy Danny wegdraagt in de ‘schreeuwscène’ in de Colorado Lounge, draagt ze een dummy in plaats van de echte Danny Lloyd. Pas een paar jaar later zag Lloyd een geknipte versie van de film, en pas elf jaar later, op zijn zeventiende, zag hij de volledige film. In een artikel op FilmTotaal uit 2022 is te lezen dat Lloyd Hollywood al snel verliet. Inmiddels is hij bijna 50 en werkt hij als professor in de biologie aan een universiteit. Hij heeft dus een totaal andere richting gekozen. Wel had hij in 2019 nog een cameo in Doctor Sleep, het vervolg op The Shining.
Niet gebruikte opnamen van de openingsbeelden van mooie landschappen voor The Shining werden later door Ridley Scott gebruikt voor de afsluitende beelden van de bioscoopversie van een mijn andere lievelingsfilms: Blade Runner uit 1982 (voor de kenners: de versie met de ‘happy end’ en de voice-over van Gaff).
Op 5 april 2025 deelde Aric Toler, visueel onderzoeker bij de New York Times, heel bijzonder nieuws op Bluesky: hij en de Britse academicus Alasdair Spark hadden het origineel gevonden van de iconische foto van het 4th of July-feest uit 1921 met Jack op de voorgrond. Het bleek een foto van een Valentijnsfeest op 15 februari 1921 in The Empress Ballroom in het Royal Palace Hotel in Londen. Lees het hele verhaal over de zoektocht van Toler en Spark in dit (Engelstalige) artikel op Polygon: Researchers have discovered the original source of The Shining’s iconic end photograph.



