Regie: Ben Affleck
Pat en Angie, een jong stel dat samen verdwenen mensen opspoort, worden door de familie gevraagd om de vermiste vierjarige Amanda te zoeken in samenwerking met de lokale politie. Amanda’s moeder Helene drinkt en snuift, en Pat en Angie komen terecht in een complex en smerig web van drugsgebruikers en -handelaren, pedofielen en corruptie. Het is een sterke en spannende film, met goeie dialogen, onverwachte twists en morele dilemma’s.
Gone Baby Gone was het regiedebuut van Ben Affleck, die in de film ook zijn jongere broer Casey (in de rol van Patrick) regisseert. De film is gebaseerd op het gelijknamige boek van Dennis Lehane, dat mede door Ben Affleck werd omgeschreven tot scenario. Eerder werd er al een ander boek van Lehane verfilmd, Mystic River* (2003, onder regie van Clint Eastwood) en er zitten zeker overeenkomsten in de verhalen: ze spelen zich allebei af in een arbeiderswijk in Boston waar de gemeenschappen hecht zijn en de meeste mensen elkaar kennen. In dit geval in de wijk Dorchester, waar de broers Affleck zelf zijn opgegroeid en nog steeds veel respect genieten.
Dat Dorchester de geboortegrond van de Afflecks is verklaart ook de mooie, intieme beelden van de echte bewoners van de wijk waar de film mee opent en die door de hele film te zien zijn. Figuranten (cafébezoekers of omstanders) waren vaak gewoon van de straat geplukt waardoor de film, mede door het dynamische camerawerk, soms bijna documentair aandoet. Ook de rol van Dottie, de vriendin van Amanda’s moeder Helene wordt gespeeld door een local, Jill Quigg, die naar de opnamen stond te kijken toen er naar haar zoontje werd gegromd door de hond van een van de andere toeschouwers. Quigg vloekte de eigenaar stijf, wat een van de crewleden opviel. Het hardrealisme dat in de film te zien is wordt ook doorgevoerd bij de criminelen: geen highend sophisticated drug lords in mooie pakken en luxe huizen, maar groezelige wannabe gangsters in vieze hokken met doorgezeten banken.
Naast Casey Affleck leveren ook Morgan Freeman (hoofdinspecteur Jack Doyle), Ed Harris (rechercheur Remy Bressant), John Ashton (rechercheur Nick Poole), Amy Madigan (schoonzus Bea McCready) en Titus Welliver (broer Lionel McCready) top-acteerprestaties. Minder overtuigend is Amy Ryan als Amanda’s moeder Helene McCready – ze is te Hollywood-mooi, heeft te mooie tanden voor een gebruiker en mist de hardheid die Helene zou hebben, hoe hard Ryan haar best ook doet. Daar is niet iedereen het mee eens, aangezien ze het enige castlid is dat werd overladen met prijzen tot en met een Oscarnominatie aan toe.
Verder komt Michelle Monaghan als Pats vriendin Angie niet goed uit de verf. Het is een vrij holle rol, ze heeft geen backstory, ze hangt er een beetje bij. Haar belangrijkste functie lijkt het laden van Pats stoere imago (“If you ever disrespect her again like that, I’m gonna pull your fuckin’ card, okay?”) en hem troosten als hij weer een tegenslag heeft gekregen. Het enige moment dat ze echt in actie mag komen is een heldhaftige sprong in het water als ze vermoeden dat Amanda erin is gevallen, maar ook die wordt ingegeven door een vrouwending: het moederinstinct. Anno nu zouden ze er niet meer mee wegkomen, zo’n clichérol, maar ondanks dat blijft het een prima film.
Bizar toeval is dat Gone Baby Gone in hetzelfde jaar werd gemaakt dat Madeleine McCann vermist raakte (de première werd om die reden ook maanden uitgesteld). Nog bizarder is dat het meisje op de foto’s van Amanda, dat zo aan Madeleine doet denken, in het echt Madeline heet. Gelukkig werd het boek al in 1998 geschreven.
*) In 2010 werd er nóg een boek van Lehane verfilmd: Shutter Island met Leonardo DiCaprio en Mark Ruffalo.